4de pijler
De 4de pensioenpijler is de opbouw van een aanvullend pensioen als natuurlijke persoon zonder fiscaal voordeel.
Binnen het laatste luik zal de nadruk gelegd worden op het niet-fiscaal sparen. Onderzoek toont aan dat het wenselijk is bijkomend te sparen vermits het aanvullend pensioen vaak niet toereikend is om de levensstandaard op peil te houden bij pensionering. Uiteraard kan naast het niet-fiscaal sparen het opgebouwde roerend vermogen een belangrijke bijdrage tot een aanvullend inkomen bieden evenals de huurinkomsten van een onroerend goed, de verkoop van uw bedrijf of verkregen schenkingen en/of erfenis.
Wat is niet-fiscaal sparen?
Niet-fiscaal sparen is een kapitaal opbouwen met vaste, maandelijkse spaarinspanningen voor een vrij te kiezen periode waarbij er geen belastingvoordeel genoten kan worden, wat een aantal voordelen heeft. Het doel is om later een aanvullend inkomen te kunnen genieten of in een vroeger stadium de aankoop van een bouwgrond te financieren, de kosten van hogere studies van de kinderen te betalen enz.
Welke zijn de voordelen?
De keuzemogelijkheid is aanwezig om te opteren voor een spaarformule van het type tak 21, waarbij elke storting een gewaarborgde rentevoet geniet voor een bepaalde periode of tot einddatum van het contract. In functie van het financieel resultaat van de maatschappij kan een winstdeelname toegekend worden. Bovendien genieten de reserves - dat zijn de netto stortingen, de gewaarborgde rente en de verworven winstdeelnames - ten allen tijde kapitaalsgarantie. Tevens is het belangrijk dat de minimale looptijd 8 jaar bedraagt, omdat een opvraging van de tegoeden, geheel of gedeeltelijk, dan vrijgesteld wordt van 30 % roerende voorheffing op de interesten. Het is echter een spijtige vaststelling vandaag dat in de huidige renteomgeving het bijzonder moeilijk blijft om een opbrengst te genereren die gemiddeld hoger ligt dan de inflatie. De andere keuze is een contract van het type tak 23 waar de spaarder geen bescherming geniet tegen kapitaalverlies, maar de kans heeft om een verwacht rendement te genereren dat op termijn hoger ligt dan de inflatie. De hoogte van het rendement wordt voornamelijk bepaald door het profiel of risicobereidheid van de klant en de kwaliteit van het aanbod. De volgende voordelen hebben dan ook vooral betrekking op niet-fiscale spaarplannen van het type tak 23.
Door maandelijks te sparen wordt het risico betreffende het instapmoment gespreid over een langere periode, waarbij op termijn een gemiddelde aankoop verkregen wordt zodat het potentiële verlies over deze periode beperkter is. De keerzijde is dat een maximale opbrengst niet mogelijk is, maar dat is niet de doelstelling op zich. Het doel is een vermogen op te bouwen om er later de vruchten van te plukken. Bijgevoegde illustratie geeft de gespreide instap mooi weer alsook de impact op het potentiële verlies en rendement. Het instapmoment ten tijde van de financiële crisis van 2008 is bepalend geweest voor het rendement en het gelopen risico bij een éénmalige koopsom. Voor een investering in december 2007 bedroeg het gecumuleerde rendement eind 2015 een schamele 3,77 %, hoewel het resultaat gelukkig nog positief is. Wie het destijds aangedurfd had om hetzelfde bedrag te investeren rond het dieptepunt in februari 2009, haalde een fantastisch rendement eind 2015 van 120,15 %. Uiteraard is het onmogelijk om te voorspellen waar het dieptepunt zich bevindt en hoe de komende jaren zullen evolueren. Koos iemand echter om over dezelfde periode elke maand te investeren dan bedroeg het totale rendement voor beide instapmomenten 35 % à 36 % wat een aardig resultaat is en met behoud van de gemoedsrust ondanks de zware correctie in 2008.
Een spaarplan biedt de nodige vrijheid om de looptijd van het contract te bepalen i.f.v. de doelstelling en de horizon, alsook de hoogte van het spaarbedrag wat een groot verschilpunt is met fiscale contracten waar de wetgever maxima en beperkingen oplegt. Doorheen de looptijd van het contract kan de spaarder bovendien de bestaande fondsen arbitreren alsook de toekomstige verdeling wijzigen om het risico te verhogen of te verlagen.
Na een periode van 3 tot 5 jaar vragen de meeste maatschappijen geen uitstapvergoeding zodat de gelden steeds beschikbaar blijven en dat in tegenstelling tot fiscale contracten, waar tussentijdse afkopen niet mogelijk zijn of gepenaliseerd worden.
Een spaarplan biedt vaak een ruime waaier aan van mogelijkheden om in te investeren naargelang het beleggersprofiel en de verwachte looptijd van het contract volgens het principe van open architectuur. Het spreiden van de investering in de tijd alsook in het aantal fondsen of oplossingen zorgt voor een verlaging van het neerwaartse risico op de totale investering.
Voor contracten van het type tak 21 is er na een looptijd van 8 jaar geen roerende voorheffing verschuldigd van 30 % op de interesten, wat een voordeel is t.o.v. klassieke bankproducten. Voor spaarplannen van het type tak 23 is dit niet van toepassing, waar nooit roerende voorheffing verschuldigd is noch meerwaardebelasting tot op heden. Vooral voor de obligatiefondsen en de flexibele fondsen, die geheel of gedeeltelijk hun activa investeren in vastrentende oplossingen, is dit een voordeel. Hun bancaire tegenhangers dienen wel een meerwaardebelasting in te houden op het vastrentende luik in de portefeuille bij verkoop, indien minimaal 10 % vastrentende activa aangehouden worden.
Expertise
De kennis en ervaring om in alle onafhankelijkheid de gepaste oplossing te zoeken binnen open architectuur i.f.v. de wensen en doelstelling(en) van de spaarder, zijn een onontbeerlijke meerwaarde omdat er wel degelijk verschilpunten zijn. De spaarder geeft aan het op prijs te stellen dat de begeleiding en opvolging door een vertrouwenspersoon een meerwaarde blijven in het digitale tijdperk.